Fioretti College Veghel

Week 8: Les 3 Een Elfje

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je weet hoe een elfje is opgebouwd en waar je op moet letten bij het maken van een elfje.
Je kunt een elfje maken over een onderwerp dat je zelf mag kiezen.

Slide 2 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn telefoon ligt in mijn kluisje.
  • Ik zit op mijn plek zoals aangeven op de plattegrond.
  • Ik ben stil als de docent praat.
  • Ik steek mijn vinger op als ik een vraag heb. 

Slide 3 - Tekstslide


Wat gaan we doen?

  • 10 minuten lezen.
  • Uitleg over een elfje (gedicht).
  • Voorbeelden van elfjes lezen,
  • LessonUp
  • Zelf een elfje schrijven.
  • Afsluiten.

Slide 4 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een elfje?

Slide 6 - Tekstslide

Verloren
op straat
in de bosjes
liggend in een plas
zwerfkapje...

Slide 7 - Tekstslide

Elfje:

sneeuw
wit tapijt
op donkere aarde
nog even niet betreden
ongereptheid


Slide 8 - Tekstslide

Elfje:
krokus
kom op
wees niet bang
kom maar te voorschijn
lente

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoeveel woorden heeft de tweede regel van een elfje?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Dozen
geel, blauw
volg de pijlen
alles voor je huis
Ikea

Slide 13 - Tekstslide

Het bedenken van een elfje stimuleert je creatieve denkvermogen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Lekker...
patatje mayo
een frikadel speciaal
broodje kroket met mosterd
snackbar

Slide 15 - Tekstslide

Wat ga je doen?

Je gaat een elfje maken:

De eerste regel heeft 1 woord, 
De tweede regel heeft 2 woorden,
De derde regel heeft 3 woorden
De vierde regel heeft 4 woorden 
De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..

Slide 16 - Tekstslide

Het stappenplan:

Stap 1: Neem een ding, dier of mens in je hoofd waarover het gedicht zal gaan. Kies een eigenschap dat hierbij past en schrijf dit in 1 woord op. Bijvoorbeeld de kleur, het karakter, de geur, de smaak etc.

Stap 2: Schrijf in 2 woorden bij wie of wat die eigenschap hoort.

Stap 3: Waar is het ding, dier of mens?

Stap 4: Stel een vraag over waar de eerste drie regels over gaan.

Stap 5: Wat zegt het, welk geluid maakt het?

Slide 17 - Tekstslide

Ben je klaar?
Ben je klaar met je elfje dan schrijf je hem netjes op in je schrift. 
Je versiert jouw blaadje zoals jij dat wilt. 

Denk alvast na over woorden voor een elfje over Nederlands


Slide 18 - Tekstslide